
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
b
college: het college van burgemeester en wethouders, bedoeld in artikel 11.
c
Centrale organisatie werk en inkomen: de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
d
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
e
Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
f
het Inlichtingenbureau: het Inlichtingenbureau, bedoeld in artikel 63 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
g
netto minimumloon: het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Wet werk en bijstand;
h
netto minimumjeugdloon: het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, waarbij onder het minimumloon per maand wordt verstaan het voor de betreffende leeftijd geldende minimumloon, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, met dien verstande, dat voor de berekening, bedoeld in artikel 37, tweede lid, van de Wet werk en bijstand, rekening wordt gehouden met uitsluitend de algemene heffingskorting.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.